Er is geen tijd voor een ‘te’ politiek-ideologisch debat dat maanden duurt waarbij aan politici van diverse strekkingen een forum gegeven wordt om zich even te profileren. Het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD) zit in overdrive en zal wellicht voorstellen formuleren aan de Ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken. Het Parlement heeft hierover het laatste woord.
Alle voorstellen moeten onderzocht worden op haalbaarheid, doelmatigheid en wettelijkheid. Indien er een groeiende consensus is dat dit land niet opgewassen is tegen terreurdreiging, moeten ook vergaande voorstellen bestudeerd worden. Ook al klinken die voor sommige politici en academici als vloeken in de kerk. Geeft het bestaande wettelijke kader aan de veiligheidsdiensten in dit land voldoende maneuvreerruimte of niet ? Die vraag moet men durven stellen zonder onmiddellijk te huilen dat er een autoritaire politieke agenda achter zit. We gooien bijvoorbeeld ons privéleven elke dag te grabbel op allerlei sociale media maar de “schimmige” Staatsveiligheid is in dit land per definitie een beetje verdacht.
Begin december reeds werd uit politieke hoek het idee geopperd om militairen in sommige situaties in te zetten voor binnenlandse veiligheidsopdrachten. Zoals in Franrijk gebeurt. Het argument dat de terreurdaden in Parijs bewijzen dat dit niets uithaalt is verkeerd. Geen enkel veiligheidssysteem is immers waterdicht. Maar het valt inderdaad ook niet te bewijzen dat het wegblijven van terreurdaden in La Gare du Nord mede te danken is aan de Franse militairen die daar zichtbaar patrouilleren.
Ik ga niet pleiten voor het inzetten van militairen voor binnenlandse veiligheids-opdrachten. In de verste verte niet. Ik ben nog altijd teveel betrokken partij om actief aan zo een debat deel te nemen. Eens soldaat altijd soldaat. Ik moet wel glimlachen als ik lees dat sommigen daar het begin van een autoritair of militair regime in zien. Le bruit des bottes ? Ze vergeten misschien dat onze militairen, ook al zijn ze niet zichtbaar in het straatbeeld, wel degelijk blijven bestaan en wie weet zitten die niet in hun kazernes te broeden op een staatsgreep! We hebben het braafste leger van de wereld anders was ik daar niet zo lang gebleven J !
Ik moet nog meer glimlachen als ik sommigen (waaronder oud-collega’s op rust) hoor opperen dat militairen daarvoor niet opgeleid zijn. Dertig jaar geleden waren militairen, waaronder ikzelf, inderdaad alleen maar opgeleid om met de neus naar het oosten te wachten naar de legers van het Warschau-pakt. Maar vandaag niet meer. “Onze jongens” zijn vanaf de val van de Muur in buitenlandse operaties ingezet voor de meest uiteenlopende opdrachten, van bewaking (denk aan de internationale vlieghaven van Kaboel), “crowd control”* tot meer ‘high intensity’ om het met militair jargon te zeggen. En met succes.
Het recept van dit succes: training, training, training en … duidelijke inzetregels (rules of engagement). Concreet wil dat zeggen dat, indien er een democratisch maatschappelijk draagvlak zou voor bestaan, mijn jongere collega’s binnenlandse bewakingsopdrachten even goed aankunnen als gelijk welke bewakingsfirma. Mits een goede omkadering door andere veiligheidsdiensten en met een duidelijk juridisch kader dat zegt wat mag en niet mag. En natuurlijk na een doorgedreven opleiding en training. Mijn boodschap aan de oudere generatie (militairen) : onderschat de jongere generatie (militairen) niet!
Dat laatste wou ik toch ook even kwijt.
*Maatregelen gericht op het handhaven van de bestaande orde met als doel het voorkomen van rellen en andere wanordelijkheden.