Zeven of acht jaar was ik toen “onze Va” me voor de eerste keer vertelde over Philippus Neri, onder meer de patroonheilige van de humoristen. “Van de clowns, ja”, gniffelde een ‘gezinslid’. Daar was ik niet mee gediend want ik wou zo maar niet met een “onnozele clown” geassocieerd worden. Zo een bijnaam geraak je dan ook maar moeilijk kwijt, weet u. Kinderen, ook al zijn het broers of zussen, zijn soms niet mals voor elkaar.
Wie wil er nu zo een naamdag, dacht ik ? Was er echt niets beter ? Op aanraden van Moe dan maar alle naamdagen van de heiligen overlopen in zo’n klein scheurkalendertje van De Druivelaar dat aan de muur hing. Inspannend werk maar zo ontdekte ik toch ook de mopjes.
Eureka! De naamdag van de apostel Philip is op 3 mei. Een apostel is toch veel belangrijker dan een patroonheilige van clowns, meende ik. Zeker als je de meester (in de klas) mag geloven. Die apostel Philip was trouwens ook geen simpele: in een tempel gewijd aan slangenverering doodde hij zowaar ooit een reuzenslang. Il faut le faire!
“Je mag kiezen”, zei Va en hij haalde zijn Oosthoek’s Encyclopedie boven (vierde druk 1949, boekdeel 11). Op pagina 536 sloeg hij het boek open en las voor wat er over Philippus Neri geschreven stond. Al bij al stond er maar weinig in maar Va gaf wel wat bijkomende duiding. Op zijn typische manier, quasi ernstig en met een ‘beetje’ zin voor overdrijving. Toen stond mijn keuze vast. Die Philippus Neri was ongelooflijk belangrijk geweest. Dat moest wel want anders zou Va al die moeite niet doen (in die tijd lazen vaders immers zelden voor).
Leve Philippus Neri, de belangrijkste heilige aller tijden! En 26 Mei is MIJN naamdag!
Die encyclopedie, die lange rij van boeken vol wijsheden geschreven door geleerden, stond hoog in een kast. Te hoog om aan te kunnen. Onaantastbaar. Geheimzinnig. Honderden keren keek ik naar de statige zwijgende ruggen maar ik mocht er van Moe niet in lezen. “Als je groot bent”, zei ze.
Vandaag, 50 jaar later, staat de Oosthoek’s Encyclopedie Vierde Druk in onze boekenkast. Hij oogt nog altijd geheimzinnig. Nooit mag hij daar weg. Een relikwie. Nog altijd heeft hij zijn geheimen niet prijs gegeven want ik lees er zelden of nooit in. Vandaag uitzonderlijk wel, pagina 536 van boekdeel 11, weet u nog? Meestal tel ik, ondertussen voor de duizendste keer, nog maar eens de ruggen en voel me dan even die kleine jongen van weleer.
En telkens zie ik dan voor mij de beste vriend die ik ooit gehad heb: onze Va.